Veel gestelde vragen

Hier vindt u antwoorden op veel gestelde vragen over bewindvoering, budgetbeheer en schulden. Indien uw vraag er niet tussen zit, neem dan contact met ons op.

Wat is bewindvoering/ beschermingsbewind/ onderbewindstelling?
Beschermingsbewind is een noodzakelijke maatregel die door de rechtbank wordt uitgesproken bij meerderjarige personen, waarbij het geld, de goederen en het vermogen van iemand wordt beschermd. Deze maatregel kan geschikt zijn voor mensen met een lichamelijke of een verstandelijke beperking, psychiatrisch patiënten, mensen met een verslaving, maar ook als iemand moeite heeft om zijn financiële administratie op orde te houden of kampt met problematische schulden.
Wanneer budgetbeheer?
Budgetbeheer is bedoeld voor mensen die op vrijwillige basis (tijdelijk) hulp nodig hebben bij het beheer van hun financiële administratie. Bijvoorbeeld wanneer zij moeite hebben om met geld om te gaan, het overzicht kwijt zijn in hun inkomsten en uitgaven of beginnende schulden hebben. De gemeente kan aan de klant budgetbeheer als voorwaarde stellen om in aanmerking te komen voor bijvoorbeeld een bijstandsuitkering of schuldhulpverlening. Ook een schuldeiser kan budgetbeheer als voorwaarde stellen om een betalingsregeling te kunnen treffen.
Wat is het verschil tussen bewindvoering en budgetbeheer?
Bewindvoering en budgetbeheer hebben het hetzelfde doel, namelijk het stabiliseren van de financiële situatie van de klant. Voor bewindvoering is echter een uitspraak nodig van de rechtbank, terwijl voor budgetbeheer dit niet nodig is. Bij budgetbeheer machtigt iemand een instantie om zijn of haar financiën te beheren. Bij bewindvoering kan de klant niet meer zelfstandig over zijn of haar financiën beschikken, maar blijft wel handelingsbekwaam. Bij budgetbeheer heeft de klant nog wel zeggenschap over zijn financiën, aangezien budgetbeheer op vrijwillige basis is. Bewindvoering wordt in principe voor onbepaalde tijd uitgesproken en budgetbeheer is meestal tijdelijk voor minimaal 1 jaar.
Wat wordt onder bewind gesteld?
Alle goederen kunnen onder bewind worden gesteld, zoals het inkomen (salaris, uitkering, pensioen), het geld op alle bankrekeningen, aandelen, sieraden, meubilair, onroerende zaken, vorderingen en schulden. De rechtbank kan, afhankelijk van de situatie, ook besluiten om slechts een gedeelte van de goederen of het vermogen onder bewind te stellen, bijvoorbeeld alleen het spaargeld of onroerend goed.
Hoe lang duurt bewindvoering of budgetbeheer?
Zodra de grondslag van het bewind niet meer van toepassing is of wanneer er sprake is van een financieel stabiele situatie (en ook geen schulden) en de klant is inmiddels financieel zelfredzaam, dan kan het bewind worden beëindigd. Een schriftelijk verzoek voor de opheffing van het bewind dient de klant of de bewindvoerder in bij de rechtbank, die hierover een uitspraak zal doen. Budgetbeheer kan in principe elk moment schriftelijk worden opgezegd met een opzegtermijn van 2 maanden, zodra de klant aangeeft zijn of haar financiën zelf weer te willen beheren en/of inmiddels financieel zelfredzaam is.
Wie betaalt de kosten voor bewindvoering of budgetbeheer
De klant betaalt in principe zelf maandelijks een vast bedrag voor bewindvoering of budgetbeheer. Als de klant deze kosten niet of slechts gedeeltelijk kan betalen, dan kan afhankelijk van zijn of haar situatie en de hoogte van het inkomen (bijstandsniveau) bijzondere bijstand worden aangevraagd bij de gemeente. De gemeente zal voor de toekenning van deze kosten beoordelen of er sprake is van een noodzaak. Bij bewindvoering is dit het geval als de rechtbank hierover een uitspraak heeft gedaan. Bij budgetbeheer ligt dit wat anders, omdat er sprake is van vrijwilligheid, tenzij budgetbeheer een vereiste is voor bijvoorbeeld schuldhulpverlening.
Wat doet de bewindvoerder of budgetbeheerder niet?
Het verrichten van werkzaamheden voor een onderneming van de klant, het afwikkelen van een ingewikkelde nalatenschap, het meegaan naar afspraken bij de gemeente of UWV, het aanvragen van een identiteitsbewijs, het doen van aangifte wegens diefstal of inbraak of een baan zoeken voor de klant doet een bewindvoerder of budgetbeheerder niet.
Wie controleert de bewindvoerder?
De rechtbank ziet er op toe dat het geld en vermogen van de klant op een goede manier wordt beheerd door de bewindvoerder. Bij financiële uitgaven boven de € 1.500,- moet altijd toestemming worden gevraagd bij de rechtbank. Ieder jaar moet de bewindvoerder verantwoording afleggen bij de rechtbank. Hiervoor maakt de bewindvoerder een rapport op, waarin alle inkomsten en uitgaven zijn verantwoord. Deze rapportage heet een rekening & verantwoording en wordt ook ter ondertekening voorgelegd aan de klant. Verder moet de bewindvoerder om de 5 jaar een evaluatieverslag maken en indienen bij de rechtbank.
Omgaan met schuldeisers
Als er schulden zijn, kunnen schuldeisers, deurwaarders en/of incassobureaus nog steeds contact met de klant opnemen. Het is niet zo dat schuldeisers de schulden zullen bevriezen als zij op de hoogte zijn van de bewindvoering of het budgetbeheer van de klant. Vaak lopen de schulden op vanwege de rente en kosten. Soms wordt door schuldeisers beslag gelegd op het inkomen, de inboedel of bankrekening. Een bewindvoerder of budgetbeheerder kan dit niet altijd tegenhouden, maar zal wel altijd contact opnemen met de schuldeisers en daarnaast controleren of de beslagvrije voet wordt gehanteerd. Het is daarom van belang dat snel alle informatie over alle schulden bekend is, zodat kan worden gecorrespondeerd met de schuldeisers. Het is niet de bedoeling dat de klant zelf contact opneemt met schuldeisers om (betalings-)afspraken te maken. De bewindvoerder of budgetbeheerder zal proberen betalingsregelingen te treffen, indien de hoogte van de schuldenlast en het inkomen van de klant het toelaten. Indien sprake is van problematische schulden, wordt de klant begeleid naar schuldhulpverlening bij de gemeente voor een schuldregeling.
Wat is het verschil tussen bewindvoering/budgetbeheer en schuldhulpverlening?
Bij bewindvoering en budgetbeheer is er sprake van het beheren van de financiën van iemand. Bij schuldhulpverlening is er sprake van het oplossen van problematische schulden door middel van een schuldregeling via een minnelijk schuldsaneringstraject (MSNP) of een wettelijk schuldsaneringstraject (WSNP). Een aanvraag voor schuldhulpverlening moet bij de gemeente worden ingediend. De bewindvoerder/budgetbeheerder maakt hiervoor een inventarisatie van de schulden en zal in overleg met de klant de aanvraag voor schuldhulpverlening indienen. De schuldhulpverlener zal bekijken of de klant in aanmerking komt voor een schuldregeling. Bij toelating ondertekent de klant een overeenkomst met de schuldhulpverlener. Vervolgens wordt het minnelijke traject (MSNP) opgestart. In dit traject wordt geprobeerd om met de schuldeisers tot een minnelijk akkoord te komen. Als dit niet lukt, dan zal de schuldhulpverlener een verzoek voor een wettelijk traject (WSNP) indienen bij de rechtbank.
Wat is de MSNP?
MSNP is de afkorting van Minnelijke Schuldhulpverlening Natuurlijke Personen en bestaat uit twee vormen, namelijk een schuldsanering en schuldbemiddeling. Bij een schuldsanering wordt een lening (een saneringskrediet) verstrekt door de gemeentelijke kredietbank, waarmee alle schulden in één keer kunnen worden afbetaald. De klant heeft dan 3 jaar de tijd om de lening aan de kredietbank terug te betalen. Bij schuldbemiddeling wordt geprobeerd om met alle schuldeisers een regeling te treffen voor 3 jaar tegen finale kwijting. Wanneer zij akkoord gaan met deze minnelijke schuldregeling, dan wordt er maandelijks een deel van het inkomen van de klant gereserveerd voor de afbetaling van de schulden. Tijdens deze periode ontvangt de klant een vrij te laten bedrag (VTLB). Dat is het minimale bedrag dat nodig is voor de klant om van te leven. Het inkomen boven het VTLB wordt aan de schuldeisers aangeboden gedurende 3 jaar. Na afloop van het MSNP-traject wordt het restant van de schulden kwijtgescholden.
Wat is de WSNP?
WSNP is de afkorting van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Wanneer een minnelijk schuldtraject is mislukt, wordt er gekeken of een wettelijk traject via de rechtbank mogelijk is. De rechtbank kan dan schuldeisers verplichten om mee te werken aan het WSNP-traject van de klant. Voor toelating voor de WSNP beoordeelt de rechtbank de reden van de ontstane schuldsituatie en de motivatie van de klant. De klant krijgt een uitnodiging voor een zitting bij de rechtbank. Indien de klant wordt toegelaten, dan wijst de rechtbank een aparte WSNP-bewindvoerder aan. Bij bewindvoering heeft de klant dan twee bewindvoerders. Namelijk een beschermings-bewindvoerder die de financiën van de klant beheert en een WSNP-bewindvoerder die controleert of de regels van de WSNP door de klant worden nageleefd. De WSNP-bewindvoerder berekent een bedrag waarvan de klant maandelijks moet rondkomen, dit is het vrij te laten bedrag (VTLB). Alle inkomsten boven dit bedrag en eventuele extra vermogen worden gestort op de boedelrekening, die door de WSNP-bewindvoerder wordt beheerd. Vanaf deze rekening worden de maandelijkse aflossingen aan de schuldeisers en de vergoeding aan de WSNP-bewindvoerder betaald. Verder brengt de WSNP-bewindvoerder ieder halfjaar een verslag uit aan de rechtbank. Het WSNP-traject duurt minimaal 3 jaar en maximaal 5 jaar. Na afloop wordt een groot deel van de resterende schulden kwijtgescholden en is er sprake van ‘een schone lei’ voor de klant. Een schone lei betekent dat bepaalde schulden niet meer opeisbaar zijn. Indien de klant zich niet aan alle verplichtingen houdt, dan kan de WSNP worden beëindigd zonder schone lei met als gevolg dat de schulden zullen herleven.
Welke schulden worden niet meegenomen in de MSNP of WSNP?
Schulden voor een strafrechtelijke veroordeling, niet-saneerbare CJIB-boetes en studieschulden bij DUO worden niet meegenomen bij een schuldregeling.
Wat is het verschil tussen een beheerrekening en leefgeldrekening?
De beheerrekening wordt door de bewindvoerder en budgetbeheerder beheerd. Op deze rekening dienen alle inkomsten worden overgemaakt en vanaf deze rekening worden alle vaste lasten betaald. De leefgeldrekening is de rekening waarop de klant per week of per maand het leefgeld ontvangt voor de dagelijkse boodschappen en persoonlijke verzorging. De klant heeft voor de leefgeldrekening een pinpas en een pincode.
Hoe hoog is het leefgeld?
De hoogte van het leefgeld is afhankelijk van de persoonlijke en financiële situatie van de klant. Als er sprake is van schulden zal het leefgeld lager uitvallen, maar dit bedrag is minimaal tussen de € 25,- en € 50,- per week. Per extra gezinslid dat staat ingeschreven op het adres, krijgt de klant tussen de € 5,- en € 10,- per week extra. Het leefgeld wordt op een vaste dag per week of per maand overgemaakt. Wisseling van de dag of splitsing van het bedrag is bij hoge uitzondering mogelijk. Als er een tekort op de beheerrekening ontstaat, dan kan het leefgeld soms niet worden overgemaakt. Als dit op tijd wordt gesignaleerd, wordt de klant op de hoogte gebracht en zal worden gekeken naar een oplossing.
Is internetbankieren mogelijk?
In principe is het bij een aantal banken (o.a. ABN AMRO) mogelijk om via internetbankieren of mobiel bankieren toegang te krijgen tot alleen de leefgeldrekening. De klant heeft dan inzage in het actuele banksaldo, kan iDEAL-betalingen doen en een pinpas aanvragen of blokkeren. Bij sommige banken (o.a. de ING) zijn de rekeningen niet geschikt voor internetbankieren, omdat de leefgeldrekening en de beheerrekening aan elkaar zijn gekoppeld. Bij bewindvoering is dat niet wenselijk, omdat de klant hierdoor toegang heeft tot de beheerrekening. Het is wel altijd mogelijk om het actuele banksaldo van de rekeningen te beluisteren via de saldolijn. Verder heeft de klant inzage in zijn of haar bankrekening via het digitale administratiesysteem OnView. In dit systeem kan het banksaldo en de banktransacties tot en met de vorige werkdag worden bekeken. De klant krijgt hiervoor een gebruikersnaam en wachtwoord om in te loggen.